43 voor- Na de mededeeling dezer lijsten kunnen wij nog berigten, dat de toestand van onze gronden zeer goed is; voor zoo verre ze verhuurd wordenleveren ze voldoende pachten op en waar ze met hout bezet zijn, hadden wij reden om over de opbrengsten tevreden te zijn. De verpachting der duin- gronden is in het laatste jaar evenwel minder gunstig uit gevallen dan vroeger, en dientengevolge zijn eenige dier gronden door ons opgehouden en onverpacht geblevende oorzaak van dien minderen lust tot pachten is eenvoudig ge legen in de door sommige pachters geleden verliezen bij het beteelen van aardappelen land gedurende den vorigen zomer, welke verliezen hen tegen nieuwe ondernemingen van dien aard doen opzien. Ten aanzien van het Willemspark, waarvan de gegeven tabellen de geschiedenis reeds vermeld hebbenwillen wij nog opmerken dat wij hebben gemeend de werkzaamheden aldaar eenigzins gelijken tred te moeten doen houden met den voortgang van den bouw der huizen in het Park. Reeds werden de riolen in de hoofdlaan gelegd met de daarbij behoorende puttenspruitriolen en kolkende middellaan van het Park werd over eene breedte van 36 ellen opge hoogd de ingangen werden daargesteldde pijpen voor de gazverlichting gelegd en alles verder voorbereid, om in 1859 zóó te kunnen voortgaan, dat de bewoning van een gedeelte van het Park met den Isten Mei 1859 mogelijk zoude worden. Men mag de exploitatie van het Park als volkomen ge lukt achtenbinnen een betrekkelijk korten tijd zijn al de percelen aangekocht; eenige gebouwen zijn reeds voltooid en de overige zijn bijna allen aangevangen; er is lust voor deze onderneming en zij wekt de algemeene sympathie op omdat het geheel ruim en grootsch zijn zal en belooft eene schoone uitbreiding van de Gemeente te worden. Na deze korte uitweiding keeren wij weder tot het

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1858 | | pagina 43