51
H O O F 1) S T U K
VI.
Medische Politie.
Wij mogten even als in vorige jaren van de Plaatselijke
Commissie van Geneeskundig Toevoorzigtovereenkomstig
art. 6 van hare Verordening, een uitgebreid Verslag ont
vangen waarbij al de puntenwelke in het Model voor
ons Verslag worden aangegeven geregeld beantwoord wor
den. Dat Verslag als Bijlage lett. C hierachter voegende,
zouden wij ons ontslagen kunnen rekenen van eene nadere
bespreking dezer aangelegenhedendoch het Verslag der
Gemeente-geneeskunstoefenaren, de rapporten van de bestuur-
deren van het gast- en ziekenhuis en van het krankzinnigen
gesticht en verder al hetgeen ten opzigte van den gezond
heidstoestand in de Gemeente gedaan werdleveren nog te
veel stof op, om dit onderwerp van onze zijde met stilzwij
gen voorbij te gaan.
Uit de verklaring der Gemeente-geneeskunstoefenaren er
langen wij de overtuigingdat de toediening van genees-
en heelkundige hulp aan armen en minvermogenden in de
1 Gemeente op eene geregelde wijze plaats heeften dat het
aantal van hen die van wege de Gemeente die hulp geno
ten zeer groot is geweestmaar daartegenover stellen zij
op nieuw de klagt over het bezwaar van het invullen der
briefjes voor de recepten. De verpligte herziening van de
Verordening, regelende het verleenen van genees- en heel
kundige hulpzal de gelegenheid openen voor het onder
zoek, of de doelmatigheid van de bestaande voorschriften
hunne voortduring wenschelijk maakt.
Ook dit Verslag roemt in het geluk der Gemeente, dat
zij gedurende het jaar 1858 van epidemie is verschoond
gebleven, en toch laat het daarachter volgen, zz dat de in-
/z rigting en de zindelijkheid der woningenriolen en buur-
zz ten door de minvermogende klasse van ingezetenen be-