67
Volgens den Staat lett. A, behoorende tot het Verslag
der Plaatselijke Schoolcommissie, doch door ons niet over
gelegd, omdat de daarin opgenomen bijzonderheden gedeel
telijk van te kieschen aard zijn om openbaar gemaakt te
kunnen worden, blijkt het, dat door Z. M. den Koning,
overeenkomstig de tweede alinea van art. 6 der meergemelde
Wet, acte van toelating verleend is aan de volgende perso
nen als vreemdelingen
B. C. Kornfeldt den 19den February,
P. G. Fortanier den 26sten Maart
J. Ottei.é den 16den Maart,
Marianna van Oven den 16den April
H. von Dehn Jr. den 26sten April,
Hendrik Koelof Meskendorff den lOden Mei,
Adriana Magdalena Becht den Sisten Mei
H. P. T. J. Orth den llden Junij,
H. G. M. Knaapen den 5den Julij
A. Oskamp den 28sten Julij,
T. E. Buckmann den 3den September,
Fokke Ynte Kingma den 15den September,
Cornei.is Johannes van der Hoorn den 17den September,
L. Marin Gouay den 22sten October en
J. B. Cromjongh den 15den December 1858.
der nieuwe Schoolwet en met de eischen onzer Gemeente,
aangezien daaromtrent in 1858 nog geene bepaalde beslissing
genomen werd. Die beslissing dagteekent eerst van den
5den January 1859 en behoort dus niet tot de geschiedenis
van het afgeloopen jaar.
Aan de bepalingen der Wet van den ISden Augustus
1857 {Staatsblad n”. 103) is door ons geregeld gevolg ge
geven en dientengevolge kunnen wij mededeelen, dat ver
klaringen, bedoeld bij art. 37, lett. c, dier Wet, zijn ver
leend aan