S4 geheele organ isa- en dat zonder die Het voorschrift des Verslags vraagt ons verder berigten omtrent de teeken-bouwkundige en muziekscholen en wij beginnen daartoe met de ’s Gravenhaagsche Teekenacademie. Wij eindigden ons vorig Verslag hieromtrent met de mededeeling der oorzakendie den Raad van Bestuur der Academie met verlangen het oogenblik deden verbeiden waarop de noodige plannen aan den Gemeenteraad voorge dragen konden worden tot vereeniging van de Teekenacademie met de Industrieschool. Dat oogenblik was in 1858 daar, doch de vorm voor die vereeniging mogt toen Uwe goedkeu ring niet wegdragen en dientengevolge werd zij uitgesteld. Wij achten ons ontslagen van de herhaling van hetgeen hieromtrent in Uwe Vergadering heeft plaats gehadmet vertrouwen op de toekomst wijzende, gedeeltelijk omdat die niet geheel onzeker meer is, gedeeltelijk omdat de gevoerde onderhandelingen aangetoond hebben, dat Uwe Vergadering omtrent de hoofdzaak, de behoefte aan de Vereeniging van het industrieel- met het kunstonderwijs, eenstemmig denkt en dat men ook niet ontzien wil om na de regeling dezer aangelegenheid de middelen toe te staan tot uitvoering der aangenomen verbeteringen. De onzekerheid omtrent het lot der Teekenacademie heeft bij hare administratie evenmin als bij het onderwijs laauw- heid of onverschilligheid doen ontstaanneen de Raad van Bestuur heeft blijkens zijne berigten met kracht den ijver en de opgewektheid bij de onderwijzers en bij de leer lingen weten gaande te houden en welke vruchten daarvan geplukt zijnwordt duidelijk uit het Verslag omtrent de verschillende vakken van onderwijshierachter gevoegd als Bijlage lett. G wanneer daaruit dan tevens blijktdat sommige vakken óf niet door leerlingen genoegzaam begeerd bf met een weinig gelukkig resultaat onderwezen werden dan moge dit het bewijs leveren, dat eene tie van de Teekenacademie behoefte is

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1858 | | pagina 84