95 i Wij worden verder geroepen U verslag te doen omtrent de teeken-bouwkundige en muziekscholen in de Gemeente en achten ons gelukkig in de eerste plaats de vestiging der nieuwe Academie van beeldende kunsten en technische wetenschappen te kunnen berigten. Wat die vestiging vooraf ging behoeven wijten minste voor zoo veel de Gemeente daarin betrokken was, niet te herhalen, omdat het Bijblad van het Dagblad van Zuid-Holland en 's Gravenhage de uitvoerige berigten daarvan in zijne kolommen heeft opge nomen, maar wij willen alleen herinneren dat de ’s Graven- haagsche Teekenacademie bij het einde van het academie jaar 1858/59 heeft opgehouden te bestaan en dat de leden gezamenlijk, na het Raadsbesluit, waarbij verklaard was dat de Academie geene Gemeente-instelling zou blijven zich hebben vereenigd om eene inrigting tot stand te brengen, welke daarvoor in de plaats zou kunnen treden, ten gevolge waarvan de Academie van beeldende kunsten en technische wetenschappen is opgerigt. Het Reglement voor deze Aca demie werd den llden Augustus 1859 in eene algemeene Vergadering der leden vastgesteld en bij Koninklijk besluit van den 12den September 1859 [Staatsblad n°. 99) goedgekeurd. Het bestuur der Academie, krachtens het Reglement aan een Raad van negen leden op te dragen, werd in eene Ver gadering van den 26sten September 1859, bij meerderheid van stemmenzamengesteld uit de Heeren Jhr. Mr. F. G. A. Gevers Deynoot; W. C. van der Waaijen Pieterszen P. J. Landry H. F. G. N. Camp J. S. Noordendorp Jhr. J. W. van Sypestein J. P. Delprat; J. Weissenbruch en W. D. A. M. Baron van Brienen van de Groote Lindt.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1859 | | pagina 101