99 I het Hollandsch tooneel werd weder op en wij gelooven van dat tooneel, zij het dan niet altijd door de kunstrigting welke wij voor het nationaal tooneel wenschelijk achtenzich meer en meer in de gunst van het publiek weet in te dringen. Gaarne geven wij den Directeur ook den lof van volijverig en ondernemend te zijn, in zijne voorstellingen afwisseling te brengen en geene moeite of kos ten te ontzien tot het doen welslagen zijner pogingen. Een minder aangenaam tafereel kunnen wij van het Eransch tooneel ophangen; de directie, die over 1858/9 in handen was van den Heer Piï. Dhooghe en in Januarij 1859 weder voor het volgend tooneeljaar aan dien Heer was toegestaan heeft zich niet kunnen staande houdenten minste een ver schil tusschen de artisten en den Directeur, over niet tijdige betaling, deed de eersten besluiten onder directie van den tweeden niet door te spelenten gevolge waarvan de Heer Dhooghe voor bet overige van het saizoen afstand deed en aan de artisten gelegenheid gaf met onze toestemming en soclété het tooneeljaar ten einde te brengen. En na dit gebeurde moest de Heer Dhooghe een nieuw tooneelgezel- schap bijeen brengennatuurlijk hebben die omstandigheden daarop ongunstig gewerkt, zoowel door de mindere uitgaven, welke de Directie zich bij het verbinden van nieuwe artis- onderrigt der door dit ontslag vacerende klassen door de andere onderwijzers en hulponderwijzers voor dit vak voor zien. Het personeel der Commissie van toezigt heeft in het afgeloopen jaar geene verandering ondergaan. Ofschoon de Schouwburg niet bepaaldelijk in deze rubriek is opgenoemdachten wij het evenwel hier de plaats om als gewoonlijk U met een enkel woord verslag van haar toestand te doen. De directie van nieuw aan den Heer Valois toevertrouwd, daarmede gehandeld te hebben in het belang dat onder deze directie bloeit en,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1859 | | pagina 105