100 In 1859 hadden alhier de navolgende tentoonstellingen plaats 1°. op den 8sten9den en lOden Maart 1859 van wege de Hollandsche Maatschappij van Landbouwafd. ten durfde veroorlovenals door het gebrek aan vertrouwen tegenover ons tooneel. Ten einde tegemoet te komen aan opmerkingen die ons ter oore waren gekomen en niet geheel onjuist warenheb ben wij gedurende de laatste twee jaren eene proeve geno men met eene nieuwe wijze van aanneming der artisten: in plaats van de beoordeeling door eene jury te doen plaats hebbenhebben wij die aan de geabonneerden overgelaten en naar stenaars beslist, niet zeggenen jaar weder in overweging verbetering te brengen zij. Onder de vele nieuwe stukkenwelke in 1859 werden opgevoerd, wijzen wij als belangrijk alleen op: Obéron van Weber en Le pardon de Ploërmel van Meijerbeeb, voor welke beide stukken ook door de Gemeente groote kosten zijn gemaakt. Wij achten het onnoodig den om vang van ons Verslag te vergrooten met de opgave der verzamelingen van schil der- en beeldhouwkunst, natuur- en scheikundige voorwer pen, oudheidkunde, munten enz., omdat die in het Vbrslag van 1856, pag. 56, volledig werd gedaan en daarhenen kan verwezen worden. Onzes ondanks hebben wij daaruit toen weggelaten het Kabinet van naturaliënnatuur- en schei kundige voorwerpen van de Maatschappij Diliyentia, waarop wij zoo even Uwe aandacht hebben gevestigd; men veroor- love ons dus de lijst van 1856 met dat Kabinet aan te vullen. aan hunne stemming het al of niet aannemen der kun- Dat die proeve welgelukt is mogen wij wij zullen daarom voor een nieuw tooneel- moeten nemenof hierin ook

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1859 | | pagina 106