5 waardoor het cijfer klimt tot 401 ra., 220 194 Van dit getal moeten 1035 personen worden afgetrokken, die blijkens de gedane opgave hunne woonplaats in eene andere Gemeente haddenzoodat alhier slechts te huis be hoorden 235 vr., 11 74 33,198 mannen, 42,247 vrouwen, totaal 75,445. Daarentegen waren uit de Gemeente afwezig de navol gende personen die in 's Gravenhage gevestigd zijn als in het Rijk in de Koloniën in den vreemde. 34,013 ra., 42,567 vr., totaal 76,580. Wanneer men bij dit getal nu nog voegt de alhier ge kazerneerde militairen en die, gehuisvest in andere militaire gebouwenhet getal der gevangenen en van hen die ver blijf houden in de Koloniën der Maatschappij van Welda digheid doch hier in de Gemeente hun domicilie hebben, dan komt men eerst tot het ware cijfer der bevolkingdat in vergelijking kan gebragt worden met dat, hetwelk men verkregen heeft, door jaarlijks na den Isten Januarij 1850 aan het toen erlangde resultaat der volkstelling toetevoegen het verschil tusschen geboorte en sterfte, en tusschen vesti ging in- en vertrek uit de Gemeente. Desniettemin zal geene overeenstemming bestaan tusschen die twee eindcijfersen de oorzaak hiervan is gelegen in het verschil tusschen de voorschriftenwaarnaar de volkstel ling in 1849 en die in 1859 hebben plaats gehad. In 1849 toch was als beginsel aangenomendat al de afwezige min derjarigen onder de telling moesten begrepen wordenter wijl thans zijdie aan Hoogescholen en Academiënop kostscholen, te Kampen bij het Instructie-bataillonbij an dere militaire inrigtingen enz. verbonden zijngerekend

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1859 | | pagina 11