114 dezelfde den wer- van ven van bedrag van die hulp slechts daar te verleenen stig kon zijn, en dat het daarin wel geslaagd is, besluiten uit de mededeelingdat het ten opzigte geregelde afbetaling der leeningen eene klaring kan afleggen. op den Isten January 1860 13,759.82. In denzelfden geest werkte ook het Leenfonds n Weldadig en Zorgvuldig owaarvan wij evenwel, bij gebrek aan op gaven, geene bijzonderheden kunnen mededeelen. Van eenen geheel anderen aard, ofschoon van strekking, is de Vereeniging tot verbetering van kenden en dienstbaren stand, uit welker laatste jaarverslag wij vernemendat een niet onaanzienlijk aantal werklieden en dienstboden is kunnen geplaatst worden, terwijl Bestuur- deren in de gelegenheid geweest zijn om weder eenige per- Eene waardige plaats onder deze instellingen bekleedt verder de Vereeniging tot bevordering van ambachten onder de Israëliten alhier, door welke in 1859 voorzien werd in de opleiding van een veertig- a vijftigtal jongelingen, die in allerlei vakken van ambacht en kunst onderwijs geno ten. Velen verdienen reeds het knechtsloon, en weder is een vijftal in andere Gemeenten, enkelen ook buiten’slands geplaatst. Wij vereenigen ons volkomen met den wensch van het Bestuur, dat meerdere werkbazen en industriëlen in de Gemeente genegen mogten zijn de leerlingen dier Vereeniging, op den voet, bij hare statuten omschreven, te plaatsen, om zoo doende het nuttig doel dezer instelling krachtig te bevorderen. De Hulpbank, waarop wij ook vroeger Uwe aandacht vestigden als eene instelling, die zeer nuttig tot voorkoming armoede werkt, heeft ook in 1859 aan haar doel blij- beantwoorden. Aan 266 personen werden tot het drijven winkelnering leeningen toegestaantot een gezamenlijk f 20,705, en het Bestuur heeft zich beijverd waar zij inderdaad dien mogen wij van de zeer voldoende ver liet kapitaal der Hulpbank bedroeg

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1859 | | pagina 120