3 II i] 131 bloembouquetten alhier r ft id het groot debiet, dat van bloemen en plaats heeft. Omtrent boomgaarden, boomkweekerijen en houtteelt valt in onze Gemeente niets optemerken. Wel spraken wij in vorige Verslagen ter dezer gelegenheid van het ’s Gra- venhaagsche bosch en van de bosschen langs den Scheve- ningschen weg maar ook ten dien aan zien hebben wij dit jaar geene bijzonderheden medetedeelendie bezittingen (het eerste het eigendom van het Domeinhet tweede dat der Gemeente) werden zorgvuldig onderhouden zoodat zij zoo wel als wandelplaatsen in eenen goeden staat verkeerden als zij ten aanzien der opbrengsten reden tot tevredenheid gaven. De opgaven in bundertallen van opgaand hout, eiken- en ander hakhout, dennenbosschen en rijswaarden en van de reeds verdeelde en nog te verdeelen marken en Gemeente gronden komen uit den aard der zaak voor deze Gemeente niet in aanmerking. Aan het ontginnen van duingronden tot bosch of tot bouw- en weiland werd in den loop van 1859 weinig of niets gedaan; de ondervinding der laatste jaren omtrent de beteeling der ontgonnen duingronden was voor deze zaak niet aanmoedigend en maakte dat de Gemeente een groot gedeelte harer teellanden niet kon verpachten. Van liever lede wordt dit evenwel beter en, slaagt men weder gedurende een paar jaren in de beteeling, dan zal de lust voor ont ginning ook wel op nieuw opgewekt worden. De kaart of legger van onze duingronden ten oosten en westen van Scheveningen is voltooid en wordt door de bij voeging van eene verzamelkaart tot een geheel gevormd. Zij bestaat uit elf deelenis op eene groote schaal aangelegd en met de meest mogelijke juistheid vervaardigd, zoodat wij er bij de behandeling van zaken gerustelijk op vertrouwen kunnen. Wij hebben de geregelde bijwerking dezer kaart aan den Gemeente-architect opgedragen en achten ons ge-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1859 | | pagina 137