132
lukkig, dat de Gemeente eindelijk in het bezit is van eene
plattegrondsteekening, waaruit hare bezittingen in de duinen
duidelijk en naauwkeurig zijn na te gaan.
Ten aanzien van duinbeplanting, afzanderij en zandver
stuiving kunnen wij melden dat de duinen in den omtrek
van het Badhuis en meer bijzonder langs het terras en de
straatwegen over de hooge zeeduinen van wege de Gemeente
met helm zijn beplant om de zandverstuivingen tegen te
gaanwelk middel steeds proefhoudend wordt bevonden.
Verdere duinbeplantingen hebben alhier niet plaats gehad.
Bij voortduring werd de afzanderij der Gemeente in de
nabijheid van Scheveningenzijdelings langs het Kanaal,
vervolgd, doch de afvoer van zand was niet zoo druk als
in vorige jaren.
De kerkwerf te Scheveningendie steeds het meeste lijdt
door de zandverstuivingen en alwaar de ophooping van zand
grooten hinder veroorzaakt, werd in den afgeloopen zomer
geheel van het opgestoven zand ontdaan en voor een ge
deelte bestraat. Natuurlijk is dit geen beletsel tegen de
zandophooping voor het vervolg, maar het is eene groote
verbetering op zichzelf, vermits door de bestrating een be
hoorlijke toegang voor rijtuigen en nieuwe en vertimmerde
schuiten naar het strand is daargesteld, en de wegruiming
van opgestoven zand thans gemakkelijker dan vroeger kan
geschieden.
Een gedaan onderzoek in 1859 naar den toestand der
zoogenaamde schuitengaten, heeft doen zien dat de twee
bestaande naar de timmerwerven van de Heeren Varkevisser
en de Jager belangrijk op- en volgestoven waren, en, om
bruikbaar te blijven, eene gedeeltelijke opruiming en ver
laging behoefden, waartoe besloten is met de bedoeling, om
dit werk door het winter-werkvolk te doen verrigtenvan
den afloop dezer verbetering zullen wij dus eerst in 1860
berigt kunnen geven.