I 135 <N VISSCHERIJ IN DE BINNENWATEREN. C. i van f 4.80 hetwelk hoogst onbedui- Even als in vorige jaren heeft de Kamer van Koophandel en Fabrieken de welwillendheid gehad ons omtrent dezen belangrijken tak van volksbestaan die op Scheveningen be trekking heeftde noodige opgaven te verstrekken. Wij willen bij de mededeeling dier opgavenals naar gewoonte eene vergelijking maken met het vorig jaar, ten einde na tc gaan in hoe verre de visscherij voor Scheveningen geluk kiger of ongelukkiger resultaat heeft opgeleverd. Het aantal der schepen tot de verschillende soorten van Even onbeduidend als het jagtveld in de Gemeente is kunnen wij ook de visscherij in de binnenwateren heeten het vischwater is niet noemenswaardig en bepaalt zich tot eenige kleine einden vaartdie door hunnen toestand over het algemeen nog weinig visch bevatten. Het toezigt op de visscherij is toevertrouwd aan hen die met dat op de jagt belast zijn en wij gelooven ook hiervan te mogen verklaren, dat het naauwlettend wordt gehouden. De Gemeente heeft hare eigene visscherij die zich uitstrekt langs het Kanaalin den Rijswijkschen pol derin de Loosduinsche vaart tot aan de Beeklaan en in de Wateringsche vaart tot aan de Samwelsche brugsteeds verpacht, en geniet daarvan eene somma van ƒ116 ’s jaars, welk bedrag het bewijs levert, dat de omvang van dat bezit onbeteekenend is. uitbetaald een bedrag dend mag heeten. Het toezigt op de jagt werd op dezelfde wijze als vroeger uitgeoefend. Voor zoo verre ons bekend is, was dat toezigt voldoende; bijzonderheden zijn ons daaromtrent niet mede gedeeld. d. VISSCHERIJ BUITENGAATS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1859 | | pagina 141