I
I
137
HOOFDSTUK XIV.
Ambachts- en Fabriek nijverheid.
wijten aan
komen van
Gemeente in het afgeloopen jaaï geenszins ongunstig is
geweest, omdat de bronnen v. nabestaan voor Scheveningen
mildelijk hebben gevloeid. D: aij mogten wij ons verheu
gen in de besparing der visschersvloot voor rampen en
ongelukken hetwelk bij de gevaren die haar steeds omrin
gen inderdaad een zegen mag worden genoemd.
In den staat, als Bijlage lett. L. achter het Verslag op
zijn al de opgaven vermeld, welke in het voor-
dit Hoofdstuk worden verlangd de Kamer van
Fabrieken heeft die voor ons verzameld en
volledigheid iets mogen ontbrekenis dit te
aan het be-
genomen
schrift voor
Koophandel en
wanneer ze aan vunuurguoiu iuv^
de groote moeijelijkheid, verbonden
dergelijke opgaven van particulieren.
Het overzigt, dat de Kamer in haar jaarlijksch rapport,
hetwelk wij almede als Bijlage lett. M hier achter voegen,
fabrieknijverheid in de Gemeente
van zaken daar
aan de Kamer voor
afgeloopen jaar heeft ge-
ontwikkeling van dien tak van
Gemeente meer en meer belang-
van de ambachts- en
geeftbewijst den niet ongunstigen stand
omtrent. Wij zijn dank verschuldigd
al hetgeen zij ook weder in het
daan tot bevordering en
volksbestaan die voor onze
rijk wordt.
De belangen der Gemeente in dit opzigt vonden boven
dien lofwaardige behartiging bij de ’s Gravenhaagsche Af-
deeling van de Vereeniging ter bevordering van fabriek
en handwerksnij verheid in Nederland, welker Bestuur zich
kenmerkte door ijver en volharding. Bleek ons de laatste
in de ondersteuning, welke door de Vereeniging aan het
industrieel onderwijs bij voortduring wordt verleend, niet-