J 139 JaarlijkscJie. De Paardenmarkt Kaasmarkt Jaarmarkt of Kermis. geene bij- evenwel aan De Botermarkt en oogpunt van ook haar toestand leverde Ofschoon wij over den toestand dier markten g. zonderheden hebben te vermeldenkunnen wij mededeelen, dat zij niet achteruitgaan en beantwoorden de toenemende behoefte der Gemeente. de Kaasmarkt moeten alleen meer uit het handel worden beschouwd, en stof tot tevredenheid op. Wij geven U verder als Bijlage lett. N een overzigt van de plaats gehad hebbende keuring van aardappelen, met de verdeeling over de verschillende soorten en over de maan den waarin de keuring heeft plaats gehad. Eene vergelijking van dezen staat met de opgave dier keuring over 1858 toont aan, dat in 1859 het getal der aangegeven aardappelen 25,089 en dus ongeveer 10 pCt. is afgenomen hetwelk waarschijnlijk alleen moet toege schreven worden aan het mislukken van den aardappelen oogst. Uit den staat, Bijlage lett. O, blijkt, dat het cijfer van het ter slagting ingevoerde en van het geslagte vee dat van het vorig jaar overtreft, doch dat daarentegen minder geslagt vleesch werd ingevoerd. De vee- en vleeschprijzen waren over het algemeen in 1859 hoog, doch onze Gemeente deelde hierin met alle andere Gemeenten; althans, wanneer wij vergelijkingen maken en daarbij de verschillende omstandigheden in aan merking nemen, is het verschil tusschen die prijzen hier en elders van weinig belang. Het getal vleeschwinkels bedroeg in het afgeloopen jaar 49 en dit zal waarschijnlijk vermeerderen ten gevolge van het Raadsbesluit tot opheffing der Vleeschhal als zoodanig.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1859 | | pagina 145