144 daartegen bestaande bezwaren werden naar Uwe overtuiging niet opgewogen door de voordeelen voor de Gemeente aan deze onderneming verbonden, en derhalve werd de invoering van dit nieuwe middel van vervoer niet toegestaan. Bij ontstentenis van eene broodzetting voor deze Ge meente werd door ons steeds zorgvuldig het oog gehouden op de door de verschillende broodbakkers aangekondigde prijzenzoo als die elke week werden openbaar gemaakt. De bekendheid daarvan maakt het overbodig een overzigt van die prijzen in dit Verslag te geven en wij bepalen ons dus alleen bij de mededeelingdat de broodprijzen in 1859 geregeld afwisselden in verhouding tot dc marktprijzen der granen, waarvan wij de opgave in Bijlage lett. Q hier achter voegen. Het houden van proefbakkerijen werd uit dien hoofde door ons geheel onnoodig geacht. In het afgeloopen jaar werden geene nieuwe verordenin gen op het bakken en verkoopen van brood in deze Ge meente gemaakt of uitgevaardigd. Ten slotte van onze mededeelingen in vorige Verslagen omtrent het fonds der spaarkas tot voorziening in buiten gewone duurte van het brood, mogen wij herinneren aan Uw besluit van den 5den Julij 1859 tot overneming van de Inschrijving op het Grootboek der Nat. Werk. Schuld ten name van dat fonds, op het hoofd van rekening der Gemeente. Krachtens dat besluit werd den 7den December 1859 een kapitaal van f 307,700 24 pCt. Nat. Werk. Schuld overgeschreven op naam van den Raad der Gemeente 's Gravenha geterwijl het saldo van rekening der Spaarkas in de Gemeentekas overgebragt en de Commissie van beheer over deze administratie onder dankzegging voor hare ge trouwe en veelvuldige diensten ontbonden werd. Dien dank, (1. BROODZETTING.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1859 | | pagina 150