J 45 F. G. A. GEVERS DEYNOOT Burgemeester. P. WINTGENS, Secretaris. De Provinciale verordeningen omtrent het vervaardigen keuren ijken en herijken der botervaten werden nageleefd en gehandhaafd tot den 29sten November 1859, met welken dag zij zijn ingetrokken en buiten werking gesteld. aan de Heeren J. 0. van der Kemp, Mr. A. W. Philipse, G. 0. Nicola en S. C. J. Boelen schriftelijk toegebragt willen wij hier openlijk herhalen omdat hij geene loutere pligtpleging was, maar de uitdrukking van des Raads wel gemeende erkentelijkheid voor het naauwgezet beheer en de zorgvuldige administratie van een fonds, dat alleen door de veranderde omstandigheden vervallen moest, doch niettemin in bedoeling en strekking zijn’ stichter, den Heer Burge meester Copes van Cattenburch tot eere heeft verstrekt. Aan het einde gekomen van ons Verslag, is het ons aangenaam te kunnen verwachtendat het gegeven overzigt U de overtuiging geschonken heeft van den algemeen gun- stigen toestand der Gemeente en van hare toenemende wel vaart. Met vertrouwen gaan wij dan ook de toekomst tegemoet, ons vleijendedat zonder buitengewone rampen die welvaart bestendig zijn zal en de uitbreiding der Gemeente met Gods hulpe tot zegen der Ingezetenen zal strekken. Aldus uitgebragt in de Vergadering van den Gemeente raad van den 24sten April 1860. io e. VERDERE PUNTEN IN VERBAND MET DEN HANDEL.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1859 | | pagina 151