Bijlage D. over Over den algemeenen gezondheidstoestand- A. den gare zulks overeenkomstig art. 16 der van Plaat- VERSLAG der Plaatselijke Commissie van Geneeskundig Toevoorzigt aan de Pdel Achtb. Heeren Burgemeester en Wethouders der Gemeente ’s Gravenhage, 1859, en l erordening voor de Commissie selijk Geneeskundig Toezigtgearresteerd den l&den November 1852. Ter voldoening aan de bepalingen der aan het hoofd dezes vernielde Verordening, mag de Commissie het niet onopgemerkt laten voorbijgaan, dat de toestand der gezondheid bij menschen binnen deze Gemeente niet ongunstiger is dan in het vorige jaar. De Commissie kan ten minste op dagteekening dezesnaar aanleiding der officiële bescheiden van overlijdendoor desbevoeg den ten burele van den Burgerlijken Stand afgegeven en hier nevens overgelegdgeen ander dan dit getuigenis afleggen. Wel is waar dat in den aanvang van dit jaarvan de maand Februarij af tot in de maand Junijer eene Mazel-epidemie onder de kinderen geheerscht heeftdie zoo uitgebreid wasdat bijna geen gezin daarvan was uitgeslotenmaar geenszins was deze in het algemeen van eenen zoodanigeu aarddat daaraanin even redigheid der aangetasten, velen bezweken. In verreweg de meeste gevallen was het karakter dezer ziekte goedaardig, had een geregeld verloop en kon bij de meeste kin deren door zeer eenvoudige hulpmiddelen of door hygiënische maatregelen bestreden worden. Door alle standen der Gemeente doorgedrongen zijndeheeft deze epidemie gelukkig weinig slagtoffers geëischthet aantal

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1859 | | pagina 173