Bijlage D°.
JAARLIJKSCH RAPPORT der Gemeente-
Geneeskunstoefsnaren over 1859.
Er is in de Gemeente-Practijk gedurende het jaar 1859 zeer
weinig gebeurd, dat verdient aan de aandacht van UEd. Achtbare
gebragt te worden.
Overgroot was weder het aantal van hen aan wie, van wege de
Gemeentegenees- en heelkundige hulp verstrekt is.
Door de Gemeente-Geneeskunstoefenaren is de genees- en heel
kundige hulp regelmatig verstrekt; het invullen der briefjes voor
de recepten is echter voor den Gemeente-Geneeskunstoefenaar een
groot bezwaar, vooral ook omdat door de Diakenen en Regenten
der bedeeldenzeer dikwijls onnaauwkeurig de naamvoornaam
en woonplaats der bedeelden werd ingevuld.
Meer dan ooit blijft de behoefte tot vergrooting van het Bur-
gergasthuis voortdurenen het is allernoodzakelijkst dat er een
geheel afzonderlijk gesticht voor cholera en andere besmettelijke
ziekten aan hetzelve worde toegevoegddat geheel afgescheiden
van het gewone gasthuis afzonderlijke keuken, badkamer en be
dienden moet erlangen. De laatste cholera-epidemie heeft toch
genoegzaam bewezenhoe schadelijk die vermenging der beide
diensten wezen kan, en hoe ligt de besmettelijke ziekten zich over
planten naar de zalen die door gewone zieken worden ingenomen.
Minder gelukkig als in het vorige jaar, is deze Gemeente in
1859 door twee epidemien bezocht, indien er echter eene verge
lijking gemaakt wordt met de omliggende Gemeentenzoo blijkt
het echter dat onze Stad buitengemeen gespaard is gebleven.
Vooreerst heeft in het begin van 1859 eene epidemie van ma
zelen geheerscht, zij was zeer hevig in betrekking tot het aantal
der aangetastende sterfte echter door de mazelen veroorzaakt
was echter zeer middelmatig.