De kosten van het Onderwijs. 2°. 3°. Hieromtrent kan de Plaatselijke Schoolcommissie, bij gemis van bescheidengeene opgaven doen. van den Heer van Driest is overgegaan op den nader verzoek van R. van Büeren, om dispensatie, ten einde tevens te bekleeden de betrekking van boekhouder eener reederij en heeftblijkens missive van Burgemeester en Wethouders van den 15/18 Julij 1859, de Heer van Büeren verklaard op den 2den Julij 1859 die betrekking overgedragen te hebben aan den Heer J. Pleijsier te Scheveningen. Geene pensioenen zijn verleend geworden. Door de Plaatselijke Schoolcommissie is gunstig geadviseerd op de requesten van de Heeren MozEs Alvarez hoofdonderwijzer op de godsdienstige Israëlitische school en Karel Valken, hoofdonderwijzer op de school der armeninrigtingdie beidenop grond dat hunne scholen onder de Wet van 1806 gesubsidieerd, moesten beschouwd wor den als openbare scholenen dat zij derhalve waren hoofdonder wijzers van openbare scholenhebben gevraagd alsnog geplaatst te worden op de lijst Abehoorende bij het Koninklijk besluit van den 24sten Maart 1858. Het Bijzonder Onderwijs. Er zijn geene nieuwe scholen opgerigtdaarentegen zijn vervallen 1°. de Industrieschool de Godsdienstige Israëlitische school; de school van het Patronaat; terwijl de school Heer J. C. Vriend. Volgens eene missive van den Schoolopziener van den 21sten Junij 1859, n°. 66, is door den Minister van Justitie bepaald, dat de Besturen der gevangenissen volgens art. 63 der Wet aan de leden der Plaatselijke Schoolcommissie, den Districts-School- opziener en den Provincialen Inspecteur toegang zullen verleenen tot het doen van schoolbezoek in de gevangenissen, waarin lager onderwijs wordt gegeven, hetgeen in het Huis van Burgerlijke en Militaire Verzekering plaats heeft, dagelijks van 8J10 ure ’smor gens en van 34J ure des namiddags. Bij missive van den Minister van Binnenlandsche Zaken van

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1859 | | pagina 190