- 17 1°. men 2 wasen Wat betreft het oude Archief: na opsporing van alle localen en bergplaatsen op het Raadhuis, alwaar wist of geloofde, dat zich stukken konden bevinden, die tot het oude Stads-Archief behoordenwerden al de in die bewaarplaatsen aanwezige stukken met naauwkeurigheid onderzocht, en werd, nadat (voor namelijk uit het onderste vertrek van het Raadhuis torentje, zoowel als van de zolders) verwijderd was geworden, wat met volle stelligheid was gebleken scheurpapier te zijn, al het overige, waarvan lijsten worden geformeerd, overgebragt naar de localen van het Archief, aldaar de hand verbeidende van hem, aan wien men de inventarisatie van het geheele Oud- Archief zal kunnen opdragen, en Desniettemin is ook dat laatste vrij wel gerangschikt en geven de bestaande registers den toegang tot alles, wat ge durende dat tijdsverloop geboekt en bewaard werd. Nopens het oude Archief kunnen wij mededeelen, dat wij bij besluit van den Isten October 1858 ons medelid, den Heer Wethouder Guyot, hebben uitgenoodigd om te willen onderzoeken «welke stukken, brieven en andere bescheiden, u die geacht kunnen worden tot het oude Stads-Archief te behoorennog op het Raadhuis aanwezig mogten zijn, en «na te sporen in het bezit van welke andere gedenkstukken geschiedenis en kunst de Gemeente zich mag verheu- voor de behoorlijke bewaring van een en verre die iets te wenschen mogt overlaten aan deze Ver- van n gen ten einde «ander, in zoo «de vereischte maatregelen ter voorziening gadering voor te dragen. Met bereidwilligheid onsbij brief van nam hij dat onderzoek op zich, den loden Maart jl., mededeelende, wat tot dusverre door hem in dezen verrigt was, en dit be staat hierin

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1859 | | pagina 23