18 Het aantal begraafplaatsen in de Gemeente blijft zich be palen tot vier, zijnde: de Burgerlijke begraafplaats de R. C. begraafplaats; de Israëlitische begraafplaats, en die ter Navolging. Omtrent de inrigting dezer begraafplaatsen valt niets bij zonders op te merkendaar zij allen voldoen aan de ver- eischten, welke men voor die plaatsen stellen mag; in het onderhoud en de bediening werd op eene zeer voldoende wijze voorzien, zoodat er ten dien aanzien niet alleen geene aanmerkingen te maken waren, maar zelfs alle reden van tevredenheid bestond. Mag dit betuigd worden van de begraafplaatsen in het algemeen, meer bijzonder zijn wij in staat die verklaring afteleggen van onze Burgerlijke begraafplaats, omdat wij daarmede als een tak van onze administratie het beste be kend zijn; in behoorlijken staat onderhouden was zij steeds in goede orde. De opbrengst der begraafplaats was minder dan in het vorige jaar, zoo als blijkt uit de navolgende opgave over de vier laatste jaren: 2°. Opzigtens de aanwezige gedenkstukken van geschie denis en kunst: deze heeft de Heer Guyot, wat de schilderijen aangaat, gecatalogiseerd en ons toege zegd in den loop van dezen zomer hetzelfde te zullen doen ten aanzien der andere voorwerpen. Op voorstel van Zijn Ed. hebben wij besloten den Catalogus der schilderijen te laten drukken. BEGKAAFPI.AATSEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1859 | | pagina 24