19
Men moet hierbij opmerken dat niet altijd bij
1057
1274
17
25
56
68
224
90
1943
1919
2272
4
3
35
93
262
78
22
31
119
206
690
206
39
24
126
169
511
188
1
28
45
204
38
- 5303.86|
- 5687.84*
- 5425.06
1ste klasse
2de
3de
4de
5de
6de
een grooter
cijfer der sterfte, ruimer ontvang voor de Burgerlijke be
graafplaats geschiedt, waarvoor in dit jaar deze natuurlijke
reden bestond, dat de meerdere sterfte in 1859 bijzonder
de mindere standen der Maatschappij heeft getroffen. Hier
door vielen de meeste begravingen voor in de vijfde en
zesde klassen, voor welke laatste, zoo als men weet, niet
wordt betaald. De onderstaande cijfers der ter aarde be
stelde lijken zullen dit beweren staven
In 1856 bij eene sterfte van 1880 personen ƒ5440.37
zz 1857 zz
1858 zz
zz 1859 zz
Door den steeds voortgaanden verkoop van kelders in de
1ste klasse, ontstond er behoefte op de begraafplaats aan
graven dier klasse, en men heeft in 1859 door den aanbouw
van nieuwe kelders in die behoefte voorzien. Ook werd
even als in 1858, ingevolge artt. 10 en 21 van het Regle
ment op het begraven, eene grafruimte in de 1ste klasse
verkocht, alwaar voor particuliere rekening een kelder is
daargesteld.
De heffing der begrafenisregten geschiedt bij voortduring
ff
In 1858.
ff
rt
f/
tf
ff
ff
ff
Boven
het jaar.
Beneden
het jaar.
O
Totaal in
1859.
b-
Volwassen
lijken.