•29 b. gewone werken te vermijden delen aanbiedt ter bestrijding betalingen welke op voorkomen. Dat de dienst van 1859ook wat de opbrengst der belastingen aangaat, niet afgesloten is, en dat zelfs waarschijnlijk die opbrengst, voor zoo veel betreft de eetwaren en brandstoffen, nog eenige vermeerdering zal ondergaan, omdat de maandstaat over December, uithoofde van nog te betalen restitution, tot heden toe niet kon worden afgesloten. O 3°. Heffingen met belastingen gelijk gesteld: Opbrengst 1858. Opbrengst 1859. Raming 1859. Wij maken op het laatste alleen opmerkzaam, ten einde de aanmerking voor te komen, dat een gedeelte der in dit Hoofdstuk voorkomende cijfers niet overeenkomt met de later van de dienst van 1859 op te maken Gemeente- rekening. en ons verder de mid- van vele buitengewone de dienst van 1860 zullen 47,672.91 49,027.570 ƒ46,910.00 Ook hier levert de tweeledige vergelijking, waartoe boven staande opgave uitnoodigt, het aangenaam verschijnsel op, dat de tegenwoordige opbrengst zoowel de raming als de opbrengst van het vorig jaar overtreft. Het verschil is evenwel grootendeds alleen toe te schrijven aan de meer ontvangen haven- en kadegelden en aan de heffing van wik- en weegloonen, die in 1858 nog niet ten bate van de Gemeentekas s'rekten. Die loonensedert den 21sten Maart 1859 gehevenhebben ongeveer de som opgeleverdwelke bij liet opmaken der begrooting voor de opbrengst van het geheele jaar was geraamd, en men mag dus opmerken dat deze nieuwe heffing een voldoend resultaat heeft gegeven

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1859 | | pagina 35