44 O metselwerk aan zoodat men gevorderd en houd, zoowel waar het in aanneming plaats had als daar waar de Gemeente-werklieden er mede belast warenge schiedde doelmatig en met zorg, en daardoor werden de Gemeente-gebouwen in eenen goeden toestand gehouden. Bijzondere werken hebben wij onder deze afdeeling niet te vermeldenterwijl onder de gewone onderhoudswerken op genomen waren herstellingen en verbeteringenalshet ver wen der groote zaal van de Arrondissements-Regtbankhet verwen van de voorgevels van onderscheidene huizenhet verdekken van het dak op het Politiebureaude vervanging van het rieten dak der tolgaarderswoning aan den Scheve- ningschen weg door een pannen dak, enz. Met kracht werden in 1859 de herstellingen van het den Grooten of St. Jacobstoren voortgezet, daarmede tot één cl beneden den omgang is de hoop koestert, in den zomer van 1860 dit werk zóóver te vervolgen, dat de steiger kan worden weg genomen, zoo niet geheel dan toch voor een gedeelte. Het metselwerk aan den toren geschiedt in dagwerk door den aannemer A. D. W. Martijn, omdat de aard van het werk, evenmin als de onbekendheid met den omvang daarvan, aanbesteding gedoogt. Aan het onderhoud der huizen, torens en poorten werd over 1859 tot nu toe betaald de somma van f 18,171.09, maar die som zal nog veel hooger worden, blijkbaar uit de aanvrage om het artikel op de Begroetingdaarvoor uitge trokken en bedragende ƒ19,530, met ƒ2100 te verhoogen. Onder andere posten, moet ook nog de afrekening der wer ken aan den toren plaats hebben, en hierdoor klimt het cijfer belangrijk. Als oorzaken der noodzakelijkheid tot ver- hooging van het bedrag der Begrootingmogen wij wijzen op de aanschaffing en plaatsing van een douche-toestel in de Badinrigting te Scheveningen, op de verbouwing van het achterhuis van den Waagmeester achter de Prinsegracht en

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1859 | | pagina 50