I
52
de
I
2742.25
- 5077.02
- 1318.71
liet vorig jaar met./ 1841.161
grondrenten, die
Dit totaal overtreft dat van
ten gevolge der bijgekomen erfpachten en
in het Verslag over 1858 zijn opgenomen.
Door de ingezetenen worden geene inkomsten van
Gemeentegronden getrokken.
gint te naderen. Tegenover den voortgang, dien men opmerkt
bij het bouwen der villa’s en huizenhebben wij ook ge
tracht in gelijke mate de openbare werken in het park voort
te zettende lantaarnen werden geplaatst en het gazlicht
ontstoken, de trottoirs werden voor een gedeelte aangelegd,
de beplanting van het middenvak werd geregeld, en alles
wacht als het ware op de laatste hand ter voltooijing
zoodat wij de hoop koesteren, in het jaar 1860 al de wer
ken in het park te zullen ten einde brengen.
De Gemeentegronden leverden in 1859 de navolgende
inkomsten op
Aan landpachten
grondrenten en erfpachten
recognitiën en renten
Totaal 9137.98
Toen wij bij eene beschouwing over de financiën der
Gemeente, naar aanleiding der toenemende kosten voor de
openbare werken, verwezen naar hetgeen ter dezer zake
zoude worden medegedeeld in dit Hoofdstuk van het Ver
slag, hadden wij meer bepaaldelijk het oog op het on
derhoud van straten en pleinenals de zaakw’aarvoor
de Gemeente zich groote opofferingen getroost en waarvan
de eischen steeds toenemende zijn. Dat onderhoud maakt
daarom een der grootste zorgen van de fabricagie uit, en
laat de toestand der straten op sommige plaatsen soms wrel
STRATEN EN PLEINEN.
C.