76 aan Omtrent de bewaar-, kleinkinder- of maitressenscholen worden in het Verslag der Plaatselijke Schoolcommissie de onder- 1859 aan J. C. Vrind; u J. W. van der Bijl; n F. M. C. R. Beekman; J. Lingbeek. Van de staten lett. A en Bbij het Verslag der Plaatse lijke Schoolcommissie, heeft men alleen van de laatste een extract als Bijlage lett. G hierachter gevoegdomdat de geheele opneming dier staten te omslagtig zoude worden en onnoodige openbaarheid geven zoude aan bijzonderheden, die daarvoor evenmin bestemd als geschikt zijn. passing der nieuwe Wet op het onderwijs, geheel zal zijn ten uitvoer gelegd en men het normale cijfer voor deze behoefte zal hebben bereikt. Naar aanleiding van hetgeen in het Verslag der School commissie wordt gemeld omtrent de plaatsing der onder wijzers K. Valken en Mozes Alvarez op de lijst A, op gemaakt naar aanleiding van het voorschrift, vervat in art. 1 van het Koninklijk besluit van den 24sten Maart 1858, n°. 14, kunnen wij nog mededeelen, dat daaraan is gevolg gegeven voor zoo veel den Heer K. Valken betreft, maar dat Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland bij hunne reso lutie van den Sisten Januarij 1860n". 5zwarigheid hebben gemaakt om de opneming van den Heer Mozes Alvarez op die lijst toetestaan. Ten vervolge op de lijstvoorkomende op pag. 67 van het vorig Verslag, wordt nog vermeld, dat verklaringen, bedoeld bij art. 37, lett. c der Wet van den 13den Augustui 1857 {Staatsblad n°. 103), zijn afgegeven staande personen den 14den Maart 4den April 18den n 14den October IS b. SCHOLEN VAN BIJZONDEREN AARD EN STREKKING.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1859 | | pagina 82