95 82,411-84 na onderzoek der rekeningen van 1859 de begroetingen voor 1861 als subsidie door U De waarheid dezer bewering valt duidelijk in het oog, wanneer men er op let dat het U is mogen gelukken steeds voort Ie gaan met het verminderen der subsidiën, zonder dat die vermindering ten nadeele der Armbesturen heeft geleid. Voor 1861 werd en van toegekend aan het Burgerlijk Armbestuur aan het Roomsch-Catholiek Parochiaal Arm bestuur te ’s Gravenhage - 19,492.20 aan het Nederlandsch Israëlitisch Armbestuur - 6,600.00 aan de Armeninrigting- 7,500.00 aan het Burgergasthuis- 20,700.00 Van de lijst der gesubsidieerde Armbesturen zijn afge vallen het Evang. Luth. Armbestuur en het Ned. Herv. Armbestuur te Scheveningen. Het eerste heeft begrepen dat het met behulp der algemeene weldadigheid zijne armen zonder Gemeentesubsidie voortaan zoude kunnen onderhouden, hetwelk wij de vrucht mogen noemen van het aangenomen stelsel van vermindering der subsidiën terwijl het tweede heeft kennis gegeven voor het subsidie te moeten bedanken, zonder daarom op zich te kunnen nemen voor zijne armen te zullen zorgen. Wij zullen het ten dien aanzien in 1861 plaats gehad hebbende niet vooruitloopen en alleen na de vermelding van hetgeen door U in 1860 verrigt werd, ten aanzien van het subsidiestelsel, voortvloeijende uit de Armen wet van 1854, nog verwijzen naar het belangrijk Rapport, door Uwe Raadscommissie uitgebragt in de Vergadering van den 28sten Augustus 1860 (Bijblad, pag. 149 154), over den invloed der Wet van den 28sten Junij 1854 (Staats blad n". 100), tot dusverre op de financiën der Gemeente uitgeoefend, van welk Rapport wij slechts het algemeen resultaat willen overnemen

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1860 | | pagina 101