5
bevolking op den
weder met 157 is vermeerderd, doch daarentegen met 11
verminderd, zoodat het op den Isten Januarij 1861 bere
kend werd op 12,381. Men moet bij de beschouwing
van dit cijfer in het oog houden, dat de huizen aan de
oostzijde van den Stationsweg en aan de zuidzijde van den
Bezuiden houtschen weg reeds onder het cijfer van 1859
waren opgenomenomdat zij, ofschoon nog niet afgebouwd,
toen reeds op de registers gebragt en genommerd waren
terwijl daarentegen de nieuwe huizen, b. v. in de Nieuwe
Schoolstraat, nog niet onder de genommerde percelen zijn
opgenomen aangezien de nommering eerst kan en zal plaats
hebben als al de gebouwen in die straat voltooid zijn.
De bovenstaande opgave werd door ons ontleend aan de
nieuwe nommering, en wij verheugen ons te kunnen mede
deelendat het beginsel dier nommering over het algemeen
zeer voldoet en zoowel voor de administratie als voor de
Ingezetenen door eenvoudigheid veel gemak oplevert. Het
doet ons evenwel leed, dat wij hieraan de kennisgeving niet
kunnen verbinden van den aanleg der nieuwe bevolkings
registers, waarop wij in het vorig Verslag hebben gewezen.
Onze verwachting daaromtrent is niet verwezenlijkt, w’ant
bij Circulaire van den 2den Julij 1860 (Prov. blad n°. 80),
werden de Gemeentebesturen verzocht om, in afwachting
van nieuwe voorschriftende registers van
ouden voet regelmatig bij te houden.
Dat hieruit bezwaren ontstaanzal wel geen betoog be
hoeven daar de oude registers door het veelvuldig gebruik
voor geene herstelling meer geschikt zijn en de vele mutatiën,
die jaarlijks in de bevolking plaats hebben de toepassing
en de behandeling bemoeijelijken desniettemin geschiedt de
bijhouding dier registers even als van de daarop bestaande
bladwijzers met de vereischte zorg en wordt het nut van
het bezit van deze registers steeds meer en meer ondervonden.
Over het algemeen hebben wij reden van tevredenheid