116 alsmede na welk gewas laatstgemelde zijn geteeld, is opge nomen in den staat Bijlage lett. O, waarin tevens voor komen de opbrengst per bunder en de gezamenlijke opbrengst, uitgedrukt in mudden ponden stuks of geldswaarde in guldens. Na de vermelding van den gunstigen invloed der gehouden tentoonstelling op den tuinbouw’ en de bloemisterijhebben wij ten aanzien van dat onderdeel van den landbouw niets bij te voegen dan dat daarin over het algemeen vooruitgang duidelijk is, waartoe vooral veel bijdraagt het debiet van bloembouquetten voor partijen en bij samenkomsten in socië teiten en andere plaatsen van openbaar vermaakwelk debiet steeds toeneemt. Omtrent boomgaarden boomkweekerijen en houtteelt valt in deze Gemeente weinig op te merken. Het houtgewas langs den Scheveningschen weg en in het Haagsche bosch heeft veel geleden door de Pinksterstormen. Over onze voornemens met liet Scheveningsche bosch waarvoor bij het opmaken der Begrooting voor 1861 reeds eene som van f 2000 werd toegestaan, kunnen wij nog niets stelligs mededeelen, ons voorbehoudende daarover in het vol gend Verslag berigt te geven. Opgaven in bundertallen van opgaand hout, eiken- en ander hakhout, dennenbosschenrijswaarden, alsmede van de reeds verdeelde en der nog te verdeelen marken en Gemeente gronden, komen voor onze Gemeente niet in aanmerking. Met het ontginnen van duingronden is steedshoewel in geringe mate, voortgegaan; de afzanderij welke daaraan dienstbaar wordt gemaaktwerd vervolgd door het afgraven der duinen op de hoogte der Zwemschoolgelegen tusschen het Kanaal en den zoogenaamden Badweg. Ofschoon het daardoor verkregen teelland nog onbeduidend is, wordt evenwel de rentegevende bezitting der Gemeente eenigermate ver groot met grondendie men zeker is te kunnen verpachten

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1860 | | pagina 122