120 HOOFDSTUK XIV. Ambachts- en Fabrieknijverheid. Verslags vau ons Verslag van den Staat, die Kamer van Koophandel en al die opgavenvoor zoo zatneld worden, zijn vermeld (zie Bijlage lett. R), terwijl wij ook voor het overige verwijzen naar het Verslag dier Kamer, hetwelk als Bijlage lett. Q, hierachter is gevoegd. vermeerdering f 2,292.63 zoodat in het geheel de visscherij in 1860 f 11,517.19 meer heeft opgeleverd dan in het vorig jaar, toen wij mede op eene vermeerdering mogten wijzen ten bedrage van f 16,429.26. Dat resultaat vermelden wij met blijdschap tegenover de rampenwelke Scheveningen in het verlies van pinken en bemanningen door de plaats gehad hebbende stormen hebben getroffen, omdat, onaangezien de liefdadigheid onzer Inge zetenen zich dadelijk onvermoeid heeft onledig gehouden met de voorziening in het lot der achtergebleven weduwen en weezenhet verlies aan kapitaal, dat tot de uitoefening der visscherij werd aangewendniet vergoed kan worden en dus tot nadeel van Scheveningen moet strekken. De Kamer van Koophandel spreekt dan ook van den bloei der nering, waardoor betere prijzen konden bedongen wordenmaar gewaagt geenszins van den bloei der visscherij, die in 1860 zulke gevoelige slagen heeft ondervonden. De besomming voor den verschen visch bedroeg over 1859 de somma van f 320,560.27 en over 1860 - 322,852.90 Even als in vorige jaréiibepalen wij ons, voor zoo veel de opgaven betreft ten dezen aanzien in het voorschrift des verlangd, tot de opneming achter het ons door de welwillendheid der Fabrieken is geworden en waarin verre zij door haar konden ver- O

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1860 | | pagina 126