123
inhoudende de opgave der hoeveelheden en soorten van de
gekeurde aardappelenverdeeld over de maanden waarin de
keuring heeft plaats gehad. De aardappelenoogst was in
1860 niet ongunstig en dientengevolge is het totale cijfer van
dezen Staat zooveel hooger dan in 1859, toen die oogst
mislukt was. Uit den gemeldeii Staat blijkt dat 50 pCt.
der gebruikte aardappelen waren Geldersche en dat bijna
20 pCt. uit het Westland werden aangevoerd, terwijl eerst
daarna de Friesche en Brielsche soorten volgen.
Bijlage lett. T bevat den Staat van het gekeurde slagtvee
en vleesch binnen de Gemeente gedurende het jaar 1860.
Bij de inzage van dezen Staat moet in aanmerking geno
men worden dat de keuring van geslagt vee door de invoe
ring der nieuwe Politieverordening onverpligt is geworden,
zoodat de opgegeven hoeveelheid gekeurd geslagt vee be
trekking heeft tot de vijf eerste maanden van het jaar 1860.
De vergelijking der ter slagting ingevoerde hoeveelheid vee
in de jaren 1859 en 1860 is evenmin als die van het
ingevoerde vleesch in het voordeel van het laatstgemelde
jaar.
De Vleeschhal is, ten gevolge van Uw bepaald besluit,
den Sisten December 1860 geheel ontruimdten einde aan
dat gebouw eene andere bestemming te geven. De A7leesch-
raarkt vermindert van dag tot dag, als een natuurlijk ge
volg van den meerderen verkoop van vleesch aan de huizen
der slagters, waardoor de markt hare noodzakelijkheid ge
heel heeft verloren. De vleeschprijzen waren in den regel
zeer hoog, doch geenszins buiten verhouding met de hooge
waarde van het vee.
Ten aanzien van den groot- en kleinhandel, veroorloven
wij ons de vrijheid te verwijzen naar het Verslag der Kamer
van Koophandel en Fabrieken (zie Bijlage left. Q achter
dit Verslag).