128
d.
BROODZETTING.
bij het vervallen der opgaven
's Gravenhage de
o
Na de intrekking der verordeningen ten aanzien van het
botervaatwerkkunnen wij voortaau dat punt met stilzwij-
hen voorbijgaan terwijl overigens na’ het overzigtin de
Hoofdstukken XIV en XV gegeven, ten aanzien van den
handel, geene verdere bijzonderheden te bespreken zijn.
De zaak van den aanleg eener zeehaven te Scheveningen
mogen wij evenwel niet geheel onaangeroerd laten omdat
Ofschoon ons, bij het vervallen der opgaven van de prij-
en waarvoor door de broodbakkers de verschillende soor
ten van brood verkocht wordeneen geregelde maatstaf
ontbreekt ter beoordeeling van de broodprijzen in de Ge
meente, hebben wij evenwel op deze belangrijke zaak zorg
vuldig het oog gehouden en de bekende broodprijzen van
tijd tot tijd nagegaan in hunne verhouding tot de markt
prijzen der granen aan welke wij geregeld door plaatsing
in het Dagblad van Zuid-llolland en
noodige bekendheid hebben gegeven.
Wij hebben in den uitslag van dat onderzoek tot heden
toe geene aanleiding gevonden tot bezorgdheid en derhalve
zagen wij ook geene noodzakelijkheid tot het houden van
proefbakkerijen. Ten einde hierover eenigzins te kunnen
oordeelengeven wij als Bijlage lett. V, even als in het
vorig jaar, eene vergelijking tusschen de marktprijzen der
granen en de gewone broodprijzen gedurende het afgeloopen
jaar.
Nieuwe verordeningen op het bakken en verkoopen van
brood in deze Gemeente werden niet noodzakelijk geacht
die, welke voorkomen in Je nieuwe Algemeene Politiever
ordening zijn gelijkluidend met de vroeger op dat onder
werp bestaande bepalingen.
e. VERDERE PUNTEN IN VERBAND MET DEN HANDEL.