Zij stonden minstens gelijk met hendie zich onderwierpen aan
het examen van 19/20 September 1860; het zou dus ten hunnen
opzigte eene onregtvaardigheid geweest zijn uit laatstgenoemden
eene voordragt te doen.
Deze onvoldoende uitkomst van beide examens is evenwel niet
daaraan toe te schrijvendat men zich verpligt achtte voor de
keuze van een’ hoofdonderwijzer aan de op te rigten burgerschool
alleen zoodanige personen te moeten voorstellen, welke in al de
vakken van het gewoon en het meer uitgebreid lager onderwijs even
zeer uitmuntten; maar, zonder zoo veel te willen vorderen, meende
men tochmet het oog op de bestemming dier schoolgeene an
deren op de voordragt te mogen plaatsen, dan welke getoond had
den, althans in de levende talen, vooral het Franschuitnemend
bekwaam te zijn en met grondige taalkennistevens gemakkelijk
heid in het spreken en eene zuivere uitspraak te bezitten. Aan
dit vereischte werd geen der geëxamineerdcn geoordeeld genoeg
zaam te voldoen en uit dien hoofde werd er besloten voor alsnog
geene voordragt op te maken.
Het meer uitgebreid lager onderwijs, hetwelk tot nu toe gegeven
is op de school van den Heer van Büeren te Scheveningenis
met 1°. Januarij 1861 vervallen, dewijl die school bij besluit van
den Gemeenteraad van den 18den December 1860 is verklaard
tot eene school voor minvermogenden.
Ten aanzien van het onderwijs op de bijzondere scholen in de
tabellen vermeld sub lett. CF zijn geene bijzonderheden te ver
melden. De gunstige getuigenis, welke de Plaatselijke Schoolcom
missie in vorige jaren omtrent sommige dier scholen vermeend
heeft te moeten afleggenis daarop nog steeds van toepassing.
Hoewel nu drie jaren zijn verloopen sedert de invoering der Wet
op het Lager Onderwijs, zal eene beoordeeling van de resultaten
der openbare en bijzondere scholen, onderling vergeleken, steeds
uiterst moeijelijk zijn en is thans ten aanzien van het grootste
aantal der bijzondere scholen, zoo lang er geene Gemeenteburger-
scholen bestaan, onmogelijk. De bijzondere scholen, waar kosteloos
onderwijs gegeven wordt, behooren aan kerkelijke instellingen of
vereenigingendie haar voor kinderen van een bepaald kerkge
nootschap hebben opgerigt of in stand gehoudenzij hebben der
halve nog eene bijzondere strekking. Ten aanzien van eenige dier
scholenbij voorbeeld die der Nederduitsch Hervormde Diaconie
en de Chantabele Societeitsschool, kan de Plaatselijke Schoolcom-