I de school der Armen- den Heer Mozes Alvarez bij van den 31sten van 1806 was eene Daarentegen is het verzoek van resolutie der Gedeputeerde Staten dezer Provincie January 1860 afgewezen. Een later request van denzelfden ter dier zake gerigt aan Z. M. den Koning is door de Ministers van Binnenlandsche Zaken en voor de Hervormde Eeredienst afgewezenbij resolutie van den 24sten September en den Isten Octobei- 1860. Een der verdienstelijkste onderwijzers in deze Gemeente is de Heer K. Valken, hoofdonderwijzer aan inrigting. Op grond dat die school onder de wet openbare, is, zoo als gezegd is, de Heer K. Valken, daar hij op den Isten January 1858 werkzaam was aan die school, als hoofdonderwijzer gebragt op de lijst behoorende bij het Koninklijk besluit van den 24sten Maart 1858. In die omstandigheid ver meende de Plaatselijke Schoolcommissiedes gevraagdaanleiding te kunnen vinden om aan Burgemeester en Wethouders in over weging te gevenwanneer hiertoe gelegenheid bestondden Heer K. Valken, even als met den Heer Mallée geschied was, over te brengen naar eene der Gemeentescholen. De Plaatselijke Schoolcommissie is later bekend geworden met de missive van Zijne Excellentie den Minister van Binnenlandsche Zaken, van den 19den Junij I860, waarbij is verklaard, dat de Regering berust in hetgeen geschied wasdoch eene verplaatsing van den hoofdonderwijzer eener openbare school in eene Gemeente naar eene andere openbare school in dezelfde Gemeente in strijd met de wet acht. Eene overplaatsing van den Heer Valken is daardoor geheel onmogelijk gewordente meer omdat hij niet staat aan het hoofd eener Gemeenteschool, maar aan bet hoofd eener schooldie alleen door de Gemeente gesubsidieerd werd. Te dezer gelegenheid vermeent de Plaatselijke Schoolcommissie hare bedenkingen te moeten mededeelen tegen deze door de Re gering aan art. 22 der wet van den 13den Augustus 1857 gegeven uitlegging, omdat zij haar acht niet op de wet gegrond en strijdig met de belangen van het onderwijs in deze Gemeente. De wet toch vordert nergens dat de benoeming van eenen hoofdonderwij zer moet geschieden voor eene bepaalde school, met dat gevolg, dat hij als onderwijzer in dat gebouw alleen zal kunnen en mogen werkzaam zijn. Is er eene vacature, zoo zal die bestaan bij eene der soorten van scholenwaartoe de Raad overeenkomstig art. 16

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1860 | | pagina 187