De kosten van het onderwijs. Het bijzonder onderwijs. Hieromtrent moet de Plaatselijke Schoolcommissie weder als in vorige jaren aanmerkendat zijbij gemis van bescheiden geene opgaven kan doen. In 1860 zijn hier opgerigt drie nieuwe scholen, als: twee jon gens- en meisjesscholendoor de Heeren P. G. Luitjes en J. van Ham, en eene meisjesschool door Mejufvrouw J. E. pen Haetogh. De Heer J. C. de Roode, wien hiertoe door Bur gemeester en Wethouders de bij de wet gevorderde verklaring was besloten heeft; maar geenzins bij een of ander schoolgebouw. Ware dit zoodan had de wet onderscheid moeten maken tusschen de hoofdonderwijzers in de verschillende wijken eener Gemeentedit onderscheid heeft de wet niet gemaakt. Door zijne benoeming wordt de hoofdonderwijzer een Gemeente-ambtenaar; doch moet het dan ook aan het Gemeentebestuur vrijstaan dien ambtenaar te plaatsen in die schoolwaar het bestuur dit het meest geraden en in het belang van het onderwijs noodig acht. Heeft het Gemeente bestuur daartoe bevoegdheid bij gelijktijdige oprigting van twee of meer scholen, dan is er geene reden denkbaar, waarom aan het zelve later mede niet dezelfde bevoegdheid zou toekomen. Van dit regt om eenen hoofdonderwijzer te verplaatsen heeft het Gemeente bestuur van ’s Gravenhage vroeger met de beste gevolgen voor het onderwijs gebruik gemaakt. Om hare ligging of om andere redenen is de eene armenschool verre boven de andere te verkiezende kans om bij gelegenheid verplaatst te kunnen wordenzal voor den hoofdonderwijzer eene voortdurende aansporing zijn. In het belang van het onderwijs, ook bij voorbeeld, omdat in een bepaald lokaal de normaallessen gehouden wordenmoet het Gemeentebestuur de bevoegdheid kunnen hebben den deskundigen geschikten en in ondervinding rijpen hoofdonderwijzer, die om zijnen leeftijd of om andere redenen zich niet meer aan een ver gelijkend examen wil of kan onderwerpen, te verplaatsen. De Plaatselijke Schoolcommissie te 's Gravenhage wil hopen dat de Regering op hare aan art. 22 der wet gegeven uitlegging zal terugkomen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1860 | | pagina 188