I
Be Bewaarscholen.
De Zondagscholen.
Daar er geene Zondagscholen-bekend zijn, waar lager onder
wijs gegeven wordt, is de Plaatselijke Schoolcommissie buiten staat
dienaangaande mededeelingen te doen.
De Sub-Commissien voor de Stedelijke bewaarscholen hebben
zich met denzelfden ijver als vroeger van hare taak, ook in de
opleiding van helpsters en kweekelingengekweten.
Met den Isten November 1860 is eervol ontslagen de Sub
commissie voor de bewaarschool op de Voldersgracht en zijn be
noemd als Sub-Commissie voor die school de Heeren G. J. Pon
tier L. C. Gkijseels en H. van Beijerdam, en voor die in
de Nieuwe Schoolstraat de Heeren A. van Brink, F. W. J.
Mansveldt Beck en T. van den Bergh.
Den Sisten December 1860 bestonden alhier vier Gemeente-
bewaarscholenwaarvan eene te Scheveningen. De nieuwe bewaar
school in de Nieuwe Schoolstraat is geopend den loden December
1860 nadat den 7den Augustus bevorens had plaats gehad het
examen voor eene hoofdonderwijzeresse dier school, waartoe zich
twintig sollicitanten hadden aangemeld.
Het onderwijzend personeel aan die scholen verbonden bestond
op den Sisten December 1860 uit 4 bewaarschoolhouderessen, 15
helpsters en 10 kweekelingen terwijl het gemiddeld getal kinderen
op die vier scholen toegelaten in 1860 bedroeg 1607, of 812 jon
gens en 795 meisjes.
Bij besluit van Burgemeester en Wethouders van den 12/14den
Maart 1860 is aan eene Commissie der Maatschappij tot Nut van
ter hand gesteldheeft evenwel verklaard voor alsnog geene school
te zullen oprigten.
Eene school en wel eene der voortreffelijkste is door den hoofd
onderwijzer, den Heer G. A. Bdrnier, om redenen van gezond
heid, met Augustus 1860 opgeheven.
Ten aanzien der onderwijzers van de bijzondere scholen zijn
geene klagten bekend gewordendat zij leeringen verspreiden
strijdig met de goede zeden of aansporende tot ongehoorzaamheid
aan de wetten des lands, of dat zij zich aan een ergerlijk levens
gedrag zouden schuldig maken.