21
HOOFDSTUK IV.
Geldmiddelen.
a.
7,409.53
252,227.461
- 190,845.55
- 222,826.01
16,987.81
53,431.80
72,314.831
1,181.08
46,930.021
Directe belastingen
Opcenten op ’s Rijks directe belastingen f 78,875.77 j
Eigen middel op het geslagt f
Idem op den turf -
Idem op de steenkolen -
Idem op het binnenlandsch
gedisteleerd
Idem op het buitenlandse!)
gedisteleerd-
Idem op den wijn-
b. Belastingen op voorwerpen van verbruik
waarop 's Rijks belasting wordt geheven
Opcenten op het geslagt. 95,406.071
Idem op het binnenlandsch
gedisteleerd- 149,411.86
Idem op het buitenlandse!)
gedisteleerd
van welker invloed op Scheveningen wij ons veel goeds
beloven.
c. Belasting op voorwerpen, waarop geene
's Rijks belasting wordt geheven
Belasting op het gemaal f 208,622.76
Idem op het brandhout - 14,203.25
GEWONE EN BUITENGEWONE ONTVANGSTEN.