J 23 ƒ31,825.95| 31,700 1,012.02 1,000 46,037.80 89,000 2”. Wij behoeven hierbij geene toelichting te geven en kunnen volstaan met de mededeeling, dat de opcenten op ’s Rijks personele belasting over 1860/1, waarvan hier slechts de helft verantwoord wordt volgens de kohieren in totaal hebben opgebragt 92,075.60hetwelk dus een voordeelig verschil met de raming oplevert van 3,075.60. Indirecte belastingen. De indirecte belastingen leveren in den regel meer afwisse ling in opbrengst en dientengevolge ook meer stof tot op merkingen op dan de directe belastingen. Wij vangen aan, even als vroeger, met de onderstaande vergelijking dezer ontvangsten 15 opcenten der grondbelasting op de gebouwde eigendommen. 10 opcenten der grondbelasting op de ongebouwde eigendom men 5 25 opcenten van ’s Rijks be lasting op het personeel die toeneming over 1859 ruim ƒ500 en over 1858 ƒ1000, nu beloopt zij ongeveer 900en deze vermeerdering is al weder het natuurlijk gevolg van den aanbouw van huizen in de Gemeente en van het toenemend getal der Ingezetenen, door allen welke toch geregeld personele belasting wordt voldaan en dus bijgedragen wordt in de opbrengst van de Gemeente-opcenten op dit onderwerp. Ter verkrijging van eene juiste vergelijking tusschen raming en opbrengst ook in de onderdedensplitsen wij de directe belastingen nog in de drie soorten In raming. I In opbrengst.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1860 | | pagina 29