54 1°. Grachten. Over het diepen en baggeren der grachten hebben wij niets bijzonders op te merken; dit werk, aangenomen door de Gebroeders Hoos, wordt naar eisch verrigt. des Verslags onder deze rubriek behoorenverkeeren in eenen vrij goeden toestandmet uitzondering van de Bosch- brug en de Wagenbrugde eerste, hoewel volstrekt niet gevaarlijk, verzakt aan de eene zijde eenigzins, zoodat zij voor het oog onaanzienlijk wordt. Wat ons belette de ver nieuwing der Boschbrug op de Begrooting van 1860 te brengen, verhinderde ons ook haar voor 1861 op te nemen, nl. het bestaan van andere werkenwaaraan meer dringende noodzakelijkheid was. Eene geheel nieuwe brug werd in 1860 gelegd over de Hooikade in de nieuwe straat gaande van den Hoogen Wal naar het Kanaal en door ons Kanaalstraat genaamd. Het metselwerk van deze brug, die wezenlijk een sieraad voor de Gemeente mag heeten en geheel in verhouding is met het ruime en schoone gedeelte der stad, hetwelk zij met de Koninginnegracht verbindt, werd aangenomen door den metselaar W. H. van Zanten en het ijzerwerk door de fabriekanten L. J. Enthoven Comp. van welke aannemers wij alle reden van tevredenheid hebben gehad, lie brug heeft in het geheel gekost de somma van ongeveer 15,000. Geheel vernieuwd werd de brug over de vaart naar de afzanderij van II. M. de Koninginne-Moeder, liggende in den Noord wal, terwijl aan de brug over de Boorsloot een landhoofd geheel vernieuwd is en overigens de bruggen in aanneming behoorlijk zijn onderhouden. Het Kanaal, hetwelk wij in vorige Verslagen steeds ter dezer plaatse besprakenwerd alleen vervolgd als afzanderij en behoort als zoodanig niet tot deze rubriek. HAVENS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1860 | | pagina 60