89 missie van Toezigt was, heeft bij het klimmen van zijnen leeftijd begrepen deze betrekking te moeten nederleggen. Bij het hem op zijn verzoek verleend eervol ontslag heeft de Minister van Binnenlandsche Zaken hem, onder dankbetui ging voor de langdurige en goede diensten door hem in deze betrekking bewezente gelijktijdig ingevolge magtiging des Konings het honorair lidmaatschap der Commissie van Toe zigt opgedragen. Ter zijner vervanging als gewoon lid van die Commissie is door den voornoemden Minister benoemd de Heer W. J. C. Ridder Huyssen van Kattendijke, die zich deze be noeming heeft laten welgevallen. Tot Voorzitter heeft de Commissie uit haar midden den Heer D. J. H. Boellaard verkozen. Ten slotte der beschouwing van deze inrigting, waaraan de Gemeente, behalve het gebruik van de localen daarvoor in de Teeken- en Muzijkacademie aangewezennog een jaar- lijksch subsidie toekent, moeten wij doen opmerken dat zij ook onder hare leerlingen verscheidene telt, die van elders herwaarts komen om zich in de muzijk te bekwamenterwijl wij als resultaat van het onderwijs kunnen mededeelendat er onder de jongelieden, die na het laatst gehouden examen de school verlieten, twee waren aan wie, wegens het met lof doorloopen van den geheelen cursus, diplomata zijn uit gereikt en die zich alhier als toonkunstenaars hebben ge vestigd. Na het bespreken van deze twee inrigtingen voor onder wijs in kunsten, mogen wij ook nog Uwe aandacht vestigen op den Schouwburg als eene kunstinrigting, waaraan de Gemeente jaarlijks eene belangrijke som ten koste legt en welke, zoo wel uit dien hoofde als omdat zij van veel in vloed op den goeden smaak der ingezetenen kan zijn, ten volle Uwe opmerkzaamheid verdient. Wij noemen in de eerste plaats het nationaal tooueel,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1860 | | pagina 95