1
90
en
ik
bij dat verval zonder beschikking over veel
strenge kunstrigting wil volgen.
moeten wij van het fransch
van het tooneeljaar 1859/60, toen
den Heer Dhooghe was opgedragen, was
den Directeur en ‘weinig genotvol voor het
dien stand
van het
opgedragen
"weinig genotvol voor
zaken is door U begrepen
het volgend tooneeljaar
kon leiden.
subsidie met ƒ7500, waa
Prins van Oranje f 1200
Nederlanden ƒ1000 v<
waarvoor
■waarvan wij de directie voor het loopend tooneeljaar weder
hebben opgedragen aan den Heer Valois, omdat wij opge
merkt hebben dat hij als Directeur dat tooneel steeds heeft
weten staande te houden, en door betoonden ijver in zijne
verrigtingen de gunst van het publiek heeft kunnen verkrij
gen. Het is hier de plaats minder, om na te gaan of de Heer
Valois in alles aan de eischen der kunst in eene gewenschte
rigting voldoetmaar tegenover hetgeen ten dien aanzien
mogt aan te merken zijnmogen wij toch wijzen op het
verval van het nationaal tooneel in het algemeen en op de
moeijelijkhedenwaaraan het hoofd moet geboden worden,
wanneer men
middelen, eene
Minder gunstige berigten
tooneel geven; het einde
de Directie aan
ongelukkig voor den Directeur en
publiek, en in dien stand van
dat eene aanbieding der directie voor
op dezelfde voorwaarden als vroeger, tot geen goed resultaat
Van daar Uw besluit tot verhooging
rbij Z. M. dc Koning ƒ5000, de
Z. K. H. Prins Hendrik der
legdenzoodat den nieuwen Directeur,
wij hebben benoemd den Heer Pi.oris Defrenne,
boven en behalve al de voordeelenwelke aan zijne voorgan
gers werden toegekend, een geldelijk subsidie geschonken kon
worden van ƒ14,700. Verschillende oorzaken zouden wij kun
nen opsommenwaaraan het mislukken dezer krachtige poging
tot opheffing van het fransch tooneel uit zijnen achteruit
gang mag toegeschreven wordenmaar dit zoude tot niets
leiden, want de voornaamste kwaal, het weinig bezoeken van
den franschen Schouwburg door het publiek, kunnen wij niet
wegnemen, en zonder medewerking van die zijde is het be-