92
Armwezen.
toonstelling van schilderijen
levende meesters in Mei en
werd de Commissie benoemdwelke die tentoonstelling be-
heeren zal, maar haar arbeid behoort tot het jaar 1861 en
zal derhalve in het volgend Verslag vermeld worden.
De boek- en andere wetenschappelijke verzamelingen
archieven enz.welke in deze Gemeente aanwezig zijn
werden in vorige Verslagen meermalen besproken; aangezien
daaromtrent dit jaar geene bijzonderheden te vermelden zijn
mogen wij ons de vrijheid veroorloven tot de vroegere op
gaven te verwijzen.
In den loop dezes jaars hebben wij weder de voorberei
dende werkzaamheden begonnen voor het houden eener ten
van schilderijen en verdere kunstwerken van
Junij 1861 ten dien einde
Wij achten ons gelukkig de behandeling van dit belang
rijk onderwerp te kunnen aan vangen met de verklaring, dat
over het algemeen de toestand van het Armwezen in deze
Gemeente niet ongunstig mag heetenwelke uitdrukking
wij bezigen naar aanleiding van het Verslag dat de Ge
meentebesturen in Zuid-Holland gehouden zijn uit te bren
gen ingevolge de Resolutie van Heeren Gedeputeerde Staten
dier Provincie van den 8sten February 1859 (Prov. blad
n“. 17).
n Niet ongunstig was de toestand van het Armwezen
werd door ons berigten wij gaven die verklaring na een
bepaald onderzoek omtrent den Staat van het Burgerlijk
Armbestuur, dat, ofschoon eene geheel op zich zelf staande
instelling, toch door zijne verhouding tot het Gemeente
bestuur bij ons meer bekend is in zijnen inwendige» toestand
dan de overige gesubsidieerde Armbesturen. Dat onderzoek
kon wegens den gewijzigde» toestand van dit Armbestuur
HOOFDSTUK X.