100 van eene den llden September 1861 een tuigt almede voor wezen in deze Gemeente, het Nederduitsch Hervormd Armbestuur hetwelk blijkens het Verslag over I860 hetwelk uit Bijlage lett. P blijken kan, en wanneer wij verder mogen vermelden, dat de gezondheidstoestand der verpleegden, in verhouding tot hunnen leeftijd en verdere omstandigheden, zeer voldoende is geweest, dan gelooven wij reden te hebben om met lof te gewagen van deze inrig- ting en van het daarover gehouden toezigt. Be toestand der overige gesubsidieerde instellingen weldadigheid, over welker rekeningen en begroetingen Commissie uit Uw midden in de Raadsvergadering van uitgebreid rapport uitbragtge- den niet, ongunstigen staat van het Arm- Wel is in den loop van 1861 van Scheveningen voor subsidie uit de Gemeentekas bedankt had, weder onder de gesubsidieerde instellingen moeten opgenomen wordenmaar wij gaven in ons vorig Verslag reeds ingewikkeld te kennen dat deze terug keer te verwachten was, omdat het niet te ontkennen viel, dat deze gewigtige handeling van dat Armbestuur op geene voldoende grondslagen was berustende. Na rijp beraad werd door U den 23sten Julij 1861 op nieuw voor 1861 aan dit Armbestuur een subsidie toegekend. Aan de bestaande wettelijke bepalingen werd met stiptheid de hand gehouden en Uw besluit, waarbij de subsidiën voor 1862 werden toegekend tot een lager cijfer dan die van 1861, levert op nieuw het bewijs, dat het Uw streven is om in den geest der Wet van den 28sten Junij 1854 {Staatsblad n“. 100) te handelen. Wij zullen hier niet in herinnering brengen de moeijelijkheden, welke zich daarbij hebben voorgedaan, evenmin als de pogingen van een der Armbesturen, om zijne hoogere uitgaven over 1861 door vermeerdering van subsidie uit de Gemeentekas te dekken, maar wij stellen er prijs op te doen uitkomen, dat alleen door het krachtig vasthouden aan het aangenomen beginsel

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1861 | | pagina 106