113
HOOFDSTUK XT.
Gemeentepolitie.
a.
leveren, dat ook door U dat personeel
om bij de steeds toenemende uit-
behooren in de dienst der Politie
was de veiligheid der ingezetenen
werd er ook op de naleving der
i zoo veel mogelijk gelet, terwijl
waarvan het getal in
wor-
De algemeene toestand der Politie in onze Gemeente liet
in het afgeloopen jaar weinig te wenschen over, in zoo verre
hare getalsterkte toereikend was voor den omvang harer
werkzaamheden. Uw besluit om aan het personeel der Poli-
tiebedienden met het jaar 1862 eenige uitbreiding te geven
moge het bewijs
onvoldoende werd geacht,
breiding der Gemeente naar
te voorzien. Desniettemin i
genoegzaam verzekerd en
bestaande Politiebepalingen
de op dat punt begane overtredingen,
verhouding tot de bevolking niet groot kan genoemd
den, behoorlijk zijn beregt.
Buitengewone maatregelen van Politie werden in den loop
van 1861 bij de goede werking der Algemeene Politiever
ordening niet gevorderd; integendeel mogen wij verklaren,
dat de ingezetenen zich kenmerken door orde en ingetogen
heid, waardoor de taak der Politie in het algemeen gemak
kelijk wordt gemaakt.
De voornaamste veranderingen in het personeel der Politie
waren
de benoeming op den 4den April 1861 van den Heer
Johannes Martines Jacobus Pontier tot Inspecteur
van Politie 2de klasse, in plaats van den Heer Arnout
Beijdai.s, die door Z. M. den Koning tot Commissaris
van Politie te Nijmegen was aangesteld, en
de vervanging van den klerk in de bureaux van Politie
Everhardus Johannes Terlaak, die een andere be-
OPENBARE VEILIGHEID.
8