119
XII.
11 O O F D 8 T U K
Landbouw.
de bekende
4 mannen
2 vrouwen.
van den landbouw
van granen
De hooi- en
er eene
Totaal 6.
De Commissie van administratie had het overlijden te be
treuren van haar waardig medelid, de heer P. C. G. Guyot,
wiens plaats, bij Koninklijk besluit van den 191en April
1861, n". 95, vervuld werd door de benoeming van den
heer Mr. II. F. Baron van Zuyi.en van Nyevei.t, tot lid
der Commissie.
In het personeel, belast met het opzigt over de gevan-
ontstond in het afgeloopen jaar geene verandering.
der voeding, het werk, den gezondheids-
het gedrag der gevangenen hebben wij geene
De algemeene toestand van den landbouw was, voor zoo
veel den verbouw betreft van granen en handelsgewassen
gunstiger dan in 1860. De hooi- en graslanden hebben
bijzonder goed gegeven, zoodat er eene groote hoeveelheid
hooi gewonnen werd en het melkvee rijk in opbrengst was;
tot laat in het jaar was er overvloedig gras.
De aardappelen daarentegen hebben veel van
ziekte geleden en voor zoo ver ze daarvan bevrijd bleven
genen
Ten aanzien
toestand en
bijzondere opmerkingen mede te deelen.
Voor de kosten van onderhoud van het gebouw, het mo
bilair en de gevangenen, waarvoor de Gemeente f 0.20 voor
eiken persoon per verpleegdag verschuldigd is, werd in 1861
door de Gemeente betaald de somma van 112 60, terwijl
voor bestuur en bewaking aan den Directeur der gevangenis
eene toelage van f 75 van wege het kanton toegekend werd,
waarin door de Gemeente IKasseiiaar f 2.82 is gedragen.