121 ver- dieren is ons niets e en dergelijke weder, hagel, vorst, overst roomingen schijnselen is bewaard gebleven. Van het aanwezen van schadelijk, bekend geworden. Behalve van de bekende aardappelziekte, waarvan wij reeds vroeger melding maaktenhadden geene gewassen van bij zondere ziekten te lijden. Onder het rundvee hebben zich enkele gevallen van longziekte en onder de schapen van botziekte voorgedaan, terwijl veel paarden door de influenza werden aangetast, doch voor het meerendeel daarvan her stelden. De staat Bijlage lett. E, achter dit Verslag gevoegd, houdt in de opgave van de hoeveelheid der beteelde bunders grondmet vermelding der hoofdgewassen en tweede vruch ten, alsmede van welk gewas laatstgeinelde zijn geteeld. Ook vindt men daarin opgegeven de opbrengst per bunder en gezamenlijke opbrengst, uitgedrukt in mudden, ponden, stuks of geldswaarde in guldens, alles voor zoo veel het ons mogelijk was aan dit voorschrift des Verslags voor deze Gemeente te voldoen. De toestand der tuinderijen en bloemisterijen was bij voortduring gunstig; de laatstgenoemden vooral ontwikkelen zich steeds meer en meer, zoo als wij ook reeds gelegenheid vonden optemerken bij de vermelding der gehouden tentoon stelling van bloembouquetten enz. Over boomgaardenboomkweekerijen en houtteelt behoeven wij in het Verslag van onze Gemeente niets te vermelden, omdat deze punten alhier van geringe beteekenis zijn. Ge- w'oon om te dezer plaatse evenwel Uwe aandacht te vestigen op de bosschen, waarmede onze Gemeente omgeven is, zijn wij verpligt, ten vervolge van de mededeeling op pag. 116 van het vorig Verslag, in herinnering te brengen dat van het voornemen, om een gedeelte van het Scheveningsche bosch door nieuwe aanplanting en verfraaijing voor den wandelaar

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1861 | | pagina 127