123 de van van longziekte, verdeelde of nog te verdeden marken en Gemeentegronden hebben wij voor deze Gemeente niets te vermelden. Ontginning van duingronden, zoo tot bosch als tot bouw- of weiland heeft dit jaar zeer weinig plaats gehad, daar de afzanderij aan het einde van het Kanaal, voor het oogenblik niet strekkende tot voortzetting der vaart, slechts in geringe mate is werkzaam geweest en buiten dit middel geene ont ginning van duingrond met eenen goeden uitslag kan ge schieden. Betrekkelijk duinbeplantingenzandverstuivingen en de middelen, welke tot beteugeling daarvan werden aangewend, kunnen wij mededeelen dat ten dezen aanzien in het vorig jaar, ook in verband met den nieuwen straatweg over de zeeduinen, veel verbetering is aangebragt. De helmbeplanting langs de hooge zeeduinen, van het Hotel Garni tot aan het paviljoen van Z. K. H. Prins Frederik der Nederlanden, werd belangrijk verbeterd; de duinen van het Gerneente- badhuis werden onder profil gebragt en met helm beplant, terwijl die bj de beide reservoirs van het Badhuis door eene bekleeding met zwarten grond groen gemaakt werden en verstuiving op het gedeelte duingrond voor de stallen het Badhuis op gelijke wijze werd tegengegaan. De zandverstuivingen bij het zoogenaamde schuitengat te Scleveni/ngenleidende naar de timmerwerven van de Heeren P. Varkevisser en T. de Jager, waren nu en dan van veel beteekenis; men heeft zich hier niet bepaald tot de wegruiming van het opgestoven zand, maar tevens getracht door de aanvulling der diepten en het plaveren der hoogten en later door de zoo nuttige helmbeplanting de verstuivingen te beteugelen. Van de woeste gronden om de Gemeente werd geen ge bruik gemaakt en afgeveende of dalgronden zijn hier ter ontginning niet aanwezig. Met uitzondering van de weinige gevallen

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1861 | | pagina 129