130
reden om aantenemen dat, met uitzondering van de vleesch-
markt, welke zeer onbeduidend wordt, alle markten zijn
vooruitgegaan.
In het afgeloopen jaar werd een hoeveelheid van 152,805
Ned. ponden boter aan de Botermarkt verhandeld en die
hoeveelheid is in vergelijking met het vorig jaar groot,
zoodat de vooruitgang van deze markt, die de eenigste is
alwaar eigenlijke handel gedreven wordt, wel niet twijfel
achtig zal zijn.
Ten aanzien van de Aardappelenmarkt verwijzen wij naar
den staat, als Bijlage lett. V achter dit Verslag gevoegd,
terwijl wij moeten aanbevelen om bij het raadplegen van de
daarin voorkomende cijfers en het maken van eene verge
lijking tusschen deze en die van het voorgaande jaar, in
aanmerking te nemen dat deze vrucht in 1861 mislukt is
en zoo hoog in prijs is gestegen, dat het gebruik daaronder
heeft moeten lijden.
De als Bijlage lett. W bijgevoegde staat van het gekeurde
slagtvee en vleesch doet zien dat er in 1861 meer vee ter
slagting is ingevoerd dan in het voorgaande jaar, terwijl
het getal der ingevoerde schapen ongeveer gelijk staat, maar
de hoeveelheid van ingevoerd vleesch daarentegen veel min
der was dan in 1860. Uit bet een en ander mag men
opmaken, dat het verbruik van vleesch ongeveer hetzelfde
bleef en ook moeijelijk kon toenemen ten gevolge van den
steeds hoogen prijs van het vleesch. Over de hoedanigheid
van het vleesch hebben wij in Hoofdstuk VI reeds met een
enkel woord melding gemaakt en wij voegen hier alleen met
verwijzing naar Bijlage V de opmerking bijdat er betrek
kelijk zeer
Over den toestand
Bijlage V de opmerking bijdat
weinig vee is afgekeurd geworden.
van den groot- en kleinhandel wordt
in het verslag van de Kamer van Koophandel en Fabrieken
melding gemaakt (zie Bijlage lett. S) en wij zullen daarom
het niet ongunstig berigt ten dien aanzien geenszins herha-