In 1860 op. Maatregelen ter voorkoming en genezing van ziekten. Uit den inhoud van het vorige hoofdstuk vermeent de Commissie genoegzaam te hebben aangetoonddat er in dit jaar geene heer- schende ziekten zijn waargenomen, die algemeene maatregelen van voorkoming noodzakelijk maakten. Zij heeft echter het Gemeente bestuur opmerkzaam gemaakt op den slechten toestand van eenige slootenbeter gezegd stinkende modderpoelen wier uitdampingen De constitutie» annua bleef dezelfde als in het vorige jaar, dat is: catarrhaal-rheumatisch. Er werd gedurende dit jaar geen heerschende ziektevorm waargenomen. Tusschenpoozende koortsen vertoonden zich zeldzaam en verliepen gunstig. Typhus vertoonde zich sporadischdoch werdeven als alle bloedziektenonder houden door vochtige woningenonzuiver drinkwater en slecht voedsel. De Commissie gelooftdat het bijna volkomen gemis van dierlijk voedsel bij de armen en minvermogenden eene der hoofdoorzaken is van den abnormalen toestand des bloedsen hoevele ziektevormenbehalve typhusvloeijen niet voort uit eene slechte crasis sanguinis. Evenzoo moet het gebruik van minder deugdzaam vleesch, dat van buiten wordt ingevoerdbij de meergegoeden als vermoedelijke oorzaak beschouwd worden der epiderniitis furunculosa, die als een onzuiver ontstekingsbeginsel, zich in den vorm van furunculi anthraces en carbunculi voortdurend blijft vertoonen. In de maand October werden weder enkele gevallen van diphteritis faucium waargenomen, hetgeen ook in de volgende maanden plaats had. In November openbaarden zich de eerste gevallen van tussis quinta; Acie namen langzamerhand toe, zoodat die ziektevorm in December als epidemisch moet beschouwd worden. De sterfte was veel grooter dan in het vorige jaar. toch stierven er 1668 personen, in 1861 daarentegen 1909. Ook de geboorten leverden een ongunstig verschil met het jaar 1860 In dat jaar werden er 2768 kinderen geboren, terwijl dit in 1861 slechts 2732 bedroeg. De Commissie vertrouwt wijdersdat zij in geene verdere bij zonderheden betrekkelijk den openbaren gezondheidstoestand zal behoeven te treden wanneer zij U Edel Achtbaren op het hier- nevensgaand statistisch verslag der sterfte mag verwijzenwaaraan zij de eer heeft zich te refereren.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1861 | | pagina 169