Bijlage H.
Uit aller naam
’s Gbavenhage
21 Februari) 1862.
Namens het afgetreden Collegie van heeren
Gemeente-Geneeskunstoefenaren
Dr. G. H. Mui lek
President.
1861 is de kinkhoest veelvuldig voorgekomen
doch op 31 December 11. had zij nog geen epidemisch verloop.
De sterfte is in 1861 grooter geweest dan in 1860.
In de Gemeente-praktijk is verder niets gebeurddat UEd.
Achtb. aandacht waardig is.
Door de Gemeente-Geneeskunstoefenaren is weder regelmatig
genees- en heelkundige hulp verstrekt.
Het aantal van hen, die van
heelkundige hulp hebben genoten,
wege de Gemeente genees- en
was even talrijk als vroeger.
De Gemeente-Geneeskunstoefenaren zijn ook thans voortgegaan
om de minvermogenden, aan hunne zorg toevertrouwd, opmerk
zaam te maken op de opvolging der regelen der gezondheidsleer
zij hebben ook zoo veel mogelijk nagegaan de oorzakendie er tot
het verwekken van ziekte nog in de Gemeente bestaanen refe
reren zich deswege hierbij aan hunne vorige verslagen.
Hoewel minder gunstig dan in 1860, was de gezondheidstoe
stand der Gemeente in het jaar 1861 vrij voldoende.
Er zijn geene epidemien vóórgekomen. Enkele gevallen van de
zoozeer verontrustende keelziekteangina dephthericahebben zich
wel vertoond maar alleen onder de meer gegoede klasse van in
gezetenen.
Even als in vorige jarenheeft de typhus hier en daar slagtoffere
geëischtmaar epidemisch heeft zij niet geheerscht.
In het laatst van
JAARLLTKSCH RAPPORT van het af getreden
Collegie van heeren Gemeente-Geneeskunst
oefenaren, over het jaar 1861.